| Investeringen hebben betrekking op bedrijfsmiddelen welke over meerdere jaren in de onderneming gebruikt worden bij het productieproces. Het gaat dan om investeringen in gebouwen, machines, apparatuur, transportmiddelen, gereedschappen, inventaris en dergelijke. Goodwill en vergunningen worden door de belastingdienst ook tot de investeringen gerekend. De overgangsgrens voor kosten en investeringen ligt bij 450. Het maakt daarbij niet uit of de investeringen zijn betaald met een bedrijfsfinanciering dan wel uit eigen middelen.
Afschrijven op investeringen:
Op deze investeringen moet u gedurende de levensduur afschrijven, u mag ze dus niet in één keer als kosten van uw winst aftrekken. De afschrijving wordt berekend aan de hand van drie factoren: de aanschafkosten, de vermoedelijke technische levensduur en de restwaarde. Voor het bepalen van de aanschafkosten wordt gekeken naar het totaal plaatje, dus ook de installatiekosten, notariskosten, subsidies, kortingen etc. Is de economische levensduur voor uw onderneming korter dan de technische levensduur dan mag u de economische levensduur hanteren.
LET OP: Vanaf 1 januari 2007 bent u verplicht om af te schrijven over minimaal 5 jaar.
|